Uit een uitspraak van de Rechtbank Midden Nederland van 7 mei 2024 komt naar voren dat de Rechtbank van mening is dat zij niet bevoegd is tot het opleggen van een dwangsom in de zaken waarin de Officier van Justitie verondersteld wordt te laat te hebben beschikt in zaken waarin bezwaar tegen diverse opgelegde verkeersboetes werd aangetekend. De Rechtbank motiveert heel duidelijk en uitgebreid dat voor het opleggen van de gevraagde dwangsommen geen wettelijke basis bestaat.
De Rechtbank gaat hierbij in tegen een eerdere uitspraak van 19 april 2019 van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Zij motiveert ook waarom zij dit arrest niet volgt.
De Rechtbank deelt ook een flinke tik uit aan de gemachtigde(n) van de 433 personen, namens wie deze procedure gevoerd zou worden. Er worden vraagtekens gezet bij de rechtsgeldigheid van de machtigingen en het procesbelang van alle partijen.
De vraag die ook opkomt en gerechtvaardigd lijkt is of partijen die (in de uitspraak met name worden genoemd) namens hun opdrachtgevers zeggen op te komen dat niet uitsluitend doen voor het cashen van dwangsommen.
Deze uitspraak zal, zo verwachten we, gevolgen gaan hebben voor toekomstige zaken en procedures.
Heeft u bij ons zaken lopen m.b.t. verkeersovertredingen (via het CJIB) en heeft u vragen over alles wat met deze vorderingen te maken heeft: bel of mail ons gerust. Vermeld u altijd wel even uw dossiernummer(s).
Ontdek wat u zelf kunt doen. Zet vandaag de eerste stap naar een schuldenvrij bestaan.
Uw mogelijkheden